top of page

MeerVoormekaar in coronatijd

16 maart. Maandagochtend na de persconferentie. De coronacrisis is aangebroken. Het is de laatste keer dat we zo bij elkaar zitten. Op de flip-over maken we afspraken. Wat moet stoppen of juist doorgaan? En hoe dan? Wat kan er wel en wat moet anders? Hoe anticiperen we op deze nieuwe realiteit? En de belangrijkste vraag; wat is van werkelijke waarde? We hebben op dat moment niet alle antwoorden, maar één ding was ons duidelijk: juist nú moeten we er zijn voor onze inwoners. En dat is precies wat we hebben gedaan. 

‘Elkaar helpen is de normaalste zaak van de wereld.’ Daarom begon Carola Janssen (44) in het begin van de coronatijd vraag en aanbod te koppelen. Mensen met vragen werden gekoppeld aan enthousiaste inwoners die in deze tijd iets wilden doen voor een ander. ‘Ouderen durfden hun huis niet uit. Anderen waren eenzaam. Terwijl we elkaar zo makkelijk kunnen helpen. Het gaat om kleine dingen. Even boodschappen meenemen. Een pakketje afgeven, de hond uitlaten of een praatje maken. De glimlach die je ervoor terugkrijgt is onbetaalbaar!’ 

Carola weet hoe belangrijk hulp vragen én krijgen is. ‘Vijf jaar geleden kreeg ik kanker en moest ik zelf hulp vragen. Ook al was het moeilijk om dat te accepteren, het was wel fijn dat ik hulp kreeg. Als gevolg ervan heb ik nog steeds weinig energie. Extra fijn dat ik MeerVoormekaar altijd kon bellen als er iets was.’ 

Carola is een van de vele vrijwilligers die we ondersteunen. Haar initiatief gaat ook na corona door, als Hulp Maas&Waal. De vrijwilligers worden ondersteund door MeerVoormekaar. 

Waardering mantelzorg.png

Mensen helpen is mijn missie

Beweeg je muis over de afbeelding 

Terugvallen op MeerVoormekaar

Plotsklaps lag de samenleving in stil. In onze organisatie regelden we wat nodig was. En net als, zoveel organisaties, leerden we in sneltreinvaart online werken. Maar als de basis van het bestaan lijkt weg te vallen, is juist werken in de leefomgeving van mensen zelf meest nodig. In een crisis niet bij de pakken neerzitten, maar actief en er op af. Precies waar ons welzijnswerk goed in is! 

corona terugvallen.PNG

Doen wat nodig is

Welzijnswerk is doen wat nodig is. Daarom hebben we onze - flexibele - manier van werken naar een nóg hoger niveau is getild. Want ook, of zelfs juist, tijdens een pandemie is jongerenwerk hard nodig. En kun je voorstellen wat er gebeurde toen het vervoer stil kwam te liggen? Naast het verlies van mobiliteit ook minder sociaal contact en geen fijne daginvulling voor onze vrijwilligers. Daarom zochten onze medewerkers van de dagbesteding manieren om de deelnemers thuis - op afstand - op te zoeken. En reden zo snel mogelijk - na drie maanden - weer rond. Is dit dan niet heel spannend tijdens een pandemie? Absoluut. Maar doen wat nodig vergt ook een flinke portie moed! 

Corona doen wat nodig is.PNG

Naast moed vraagt doen wat nodig is ook om creativiteit. Bijvoorbeeld door middelen die we in huis hebben anders in te zetten.  Zo was er een vervoerstekort om maaltijden rond te brengen. En een grote groep horecaondernemers had het financieel zwaar. Wij boden in de opstartfase onze - stilstaande - bussen aan om de maaltijden rond te brengen. Een creatieve win-winsituatie: inwoners kregen een warme maaltijd. Ondernemers hielden zo het hoofd boven water. En wij hadden toch wat meer zichtbaarheid in de wijk. Een ander voorbeeld is de vouchers die we uitdeelden aan  mantelzorgers. Daarmee kunnen ze een thuisbezorgde maaltijd innen bij lokale ondernemer Thuis bij Fien. 

Waardering voor wat er niet meer is

Uiteraard konden er ook een heleboel activiteiten niet doorgaan. Zo was de dagbegeleiding op locatie tijdelijk dicht. Hoewel onze medewerkers wekelijks contact hielden, zagen we veel emotie bij de deelnemers toen we weer opengingen. Ouderen huilen, verdrietig om wat ze hadden gemist. Anderen simpelweg dolgelukkig omdat ze even uit huis waren. Blij met hun ontmoetingsmoment op de vertrouwde plek. Dan blijkt hoe fundamenteel de activiteiten zijn die we soms voor lief nemen. Gewone dingen werden plotseling heel bijzonder.

Wél coronavirus, maar géén eenzaamheidsvirus

Rondom het thema eenzaamheid is MeerVoormekaar al jaren actief. Een lastig thema, want niemand geeft graag toe dat hij of zij eenzaam is. Het kan iedereen overkomen. Omdat je partner wegvalt, je gaat scheiden, je verhuist naar een omgeving waar je niemand kent. Of omdat je het moeilijk vindt contact te maken en activiteiten te bezoeken om je netwerk te vergroten.


Door de corona-maatregelen werd het opeens voor iedereen een beetje moeilijker om de gezelligheid op te zoeken. Vervelend, maar wél makkelijker voor mensen om het gesprek te openen over hun eenzaamheid. Zélfs de koning opende het gesprek hierover tijdens zijn troonrede. Kansen moet je grijpen vinden wij en daarom hebben we extra ingezet op het bestrijden van de eenzaamheid.


Soms gaat ons werk ook over het bieden van perspectief. Toen kerst voor de deur stond, hebben wij ervoor gezorgd dat er toch iets was om naar uit te kijken. Bezoek was voor ouderen meestal niet mogelijk. Daarom organiseerden wij een kerstviering bij de dagbegeleiding in Puiflijk voor alleenstaande deelnemers. En we
hielden kerst small talks op Alverna. Even een praatje aan de deur tijdens de kerstdagen. Zodat niemand alleen was.

eenzaamheid.PNG

Corona in onze organisatie

Corona heeft ons niet onberoerd gelaten. In het afgelopen jaar hebben drie collega’s het coronavirus opgelopen en zijn erg ziek geworden. Vanzelfsprekend missen we het samen op kantoor werken, maar tegelijk zijn we elkaar meer gaan waarderen. Ook voor ons intern zijn de gewone dingen plots heel bijzonder geworden. Frank, Mariëlle en Thea vertellen hoe ze het afgelopen jaar hebben ervaren. 

corona in onze organisatie.PNG

Afsluiter

“Bouwen aan duurzame relaties. Aanwezig zijn in de buurt. En op die manier mensen helpen weer grip te krijgen op hun situatie. Met maatwerk, kleine stapjes - en soms een nieuwe aanpak - bereiken we uiteindelijk heel veel. Actief aanwezig zijn als de verbindende factor, dat is de kracht van MeerVoormekaar.” 

Dit gedeelte komt uit het jaarverslag van 2019. Maar des te meer kenmerkend voor 2020. En we zullen ermee doorgaan in 2021.

bottom of page